In de Loodsenwet is verplicht gesteld dat alleen loodsen die geregistreerd zijn in het Nederlandse loodsenregister bevoegd zijn om zeeschepen te loodsen. Omdat Nederlands Loodswezen hiervoor de enige partij is staat ze onder toezicht van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
De tarieven worden jaarlijks vastgesteld. Ga voor de laatst vastgestelde actuele tarieven per kalenderjaar naar de betreffende regio:
Vaststelling loodsgeldtarieven
In de Loodsenwet is vastgelegd hoe het loodsgeldtarief tot stand komt. Jaarlijks doet de NLc een tariefvoorstel gebaseerd op de reizenraming en de kosten van de loodsdienstverlening. Ook wordt hier de sector over geconsulteerd. De ACM neemt het uiteindelijke tariefbesluit. Loodsgeldtarieven worden binnen onderstaande tariefstructuur vastgesteld. Voor meer informatie over de achtergrond van het besluit van de ACM verwijzen we naar de website van de ACM.
Tariefstructuur
Tot eind 2013 was het tarief gebaseerd op de actuele diepgang van het schip en de af te leggen afstand in zeemijlen. Verder was er geen eenheid, iedere haven had zijn eigen tarief en er was sprake van kruisfinanciering tussen grote en kleine schepen en tussen grote en kleine havens. Vanaf begin 2014 betaalt een schip met dezelfde diepgang voor een loodsreis met dezelfde gemiddelde tijd in alle Nederlandse zeehavens hetzelfde tarief.
De nieuwe tariefstructuur bestaat uit:
- Een starttarief; dit is een vast basistarief voor het aan boord brengen en van boord halen van de loods en ter dekking van de vaste kosten van het Loodswezen. Dit tarief is gebaseerd op de actuele diepgang en is gedifferentieerd op basis van het beloodsingspunt.
- Het variabele trajecttarief; vanaf het moment dat de loods aan boord stapt tot aan het moment dat het schip afmeert.
- Toeslag voor bijzondere reizen, bijvoorbeeld bijzondere transporten, ijsgang of inzet van meer dan één loods.
Uitgebreide informatie over de nieuwe tariefstructuur is te vinden in de brochure ‘Nieuwe tariefstructuur loodsgeld. Logisch en transparant per 1 januari 2014’.
