Renpaarden in Harlingen
Dat registerloodsen specialist zijn in hun vaargebied, dat weten we. Wat dat in de dagelijkse praktijk betekent, is vaak minder bekend. Registerloods Frans Westra uit regio Noord geeft een voorbeeld van een beloodsing waar de specialistische kennis van de loodsen uit de regio cruciaal is om de kapitein te kunnen helpen om veilig en vlot de haven te bereiken én te verlaten.
De teugels strak houden
Frans: “Aan het eind van elk jaar komen ze weer, de koel- en vriesschepen die de net geoogste pootaardappelen uit Friesland en Groningen ophalen om ze vervolgens snel naar Algerije (Mostaganem) te varen. Omdat ze bederfelijke waar vervoeren, zijn ze gebouwd om met hoge snelheid over de oceanen te kunnen varen. Een flinke motor, een schroef en een klein roer verminderen de weerstand en als je de telegraaf in zijn vooruit zet, schiet het schip naar voren. Daarbij gedraagt het zich als een soort renpaard waarbij je de teugels strak moet houden.”
Krappe haven
“Als je weet dat de haven van Harlingen krap is, dan begrijp je dat het een hele kunst is voor deze ‘renpaarden’ om de haven binnen te varen. De schepen missen de voor een kleine haven handige onderdelen zoals een boegschroef, een verstelbare schroef en een flink (flap-)roer. Dat vraagt dus om een andere aanpak. Ruimte voor de grotere moderne sleepboten met bijvoorbeeld roerpropellers, is er niet en daarom loodsen we deze schepen al tientallen jaren binnen met assistentie van de sleepdienst Tuinman. Die sleepboten zijn klein van stuk, maar tot veel in staat. En met hun vakmanschap houden de sleepbootkapiteins deze ‘renpaarden’ in bedwang.”
Dirigent van een klein orkest
Voordat we bij de haven van Harlingen aankomen, hebben we het schip al vanaf zee, boven Vlieland, veilig, vlot door de gronden van het Stortemelk en de geulen van het werelderfgoed Waddenzee geleid. En dan komen we met minimale stroom aan bij de kleine haven van Harlingen. Als loods vergelijk ik mezelf wel eens met de dirigent van een klein orkest, bestaande uit de kapitein, sleepboten en vastmakers. Met elkaar manoeuvreren we het schip de haven binnen waarna het laden kan beginnen. En als de kleine 5.000 ton pootaardappelen aan boord zijn, begint de voorstelling, in omgekeerde volgorde, opnieuw.”